De Hygiënisten en de gezondste generatie ooit
In de tweede helft van de negentiende eeuw heeft in Nederland een groep geneeskundigen een centrale rol gespeeld bij de totstandkoming van de nationale en stedelijke zorg voor de volksgezondheid. Deze geneeskundige hervormingen richtten zich op de verbetering van de openbare hygiëne, de volksgezondheid en het milieu. Daarbij luidde het principe van deze geneeskundigen, hygiënisten genoemd: ‘Geneeskundige hulp van gelijke kwaliteit voor iedereen’.
De studie van E.S. Houwaart (De Hygiënisten Historische Uitgeverij Groningen 1991) laat zien op welke wijze de hygiënisten de statistiek en de statistische onderzoekmethoden toepasten om het verband tussen ziekte en sociale verschillen aan te tonen. Vooral ook hoe de geneeskundigen de wetenschappelijke resultaten gebruikten om concrete adviezen te geven voor verbetering van de maatschappelijke gezondheidstoestand, zowel in de nationale als in de gemeentelijke politiek.
De tijd vooruit
In een tijd waarin de technisch-wetenschappelijke middelen van geneeskundigen niet toereikend waren voor adequate bestrijding van ziekten, moesten andere benaderingen uitkomst bieden. Los van hun sociale bewogenheid leidde ook het bewustzijn van hun beperkingen tot een oriëntatie op andere dan medische oplossingen. Deze aanpak, waarin veel belang werd gehecht aan maatschappelijke en infrastructurele factoren, dateert op zijn minst al uit de achttiende eeuw.
De hygiënisten werkten het thema echter sterk uit en kwamen tot conclusies waar hun tijd nog niet rijp voor was. Waarschijnlijk is dit een van de redenen voor de ondervonden tegenwerking en hun geringe succes geweest. Een maatschappij waarin allen, ongeacht hun welstand, een gelijke kans op gezondheid
hadden, kon niet zonder een vérgaande maatschappelijke heroriëntatie – in de context van die tijd kwam dat neer op een omwenteling – tot stand komen.
Enige tegemoetkoming aan hygiënische wensen was tot daar aan toe, maar het delen of opgeven van bepaalde (voor)rechten ging de meeste leden van de maatschappelijke elite te ver. In feite drongen de hygiënisten aan op het treffen van voorzieningen die pas tegen het midden van de twintigste eeuw algemeen sociaal acceptabel werden geacht. Wie zijn tijd zo ver vooruit is, hoeft niet op
realisatie van zijn ideeën te rekenen.